Heemkundige Kring

Ten Mandere Izegem

Ten Mandere - digitaal

startpagina
bestuur
nieuws
activiteiten
lidgeld
tijdschrift
geschiedenis
archief
bibliotheek
te koop
Izegemse bibliografie
Izegemse soldaten uit W.O. I

links
nieuwsbrieven

 

ten mandere blogt

Een wonderbaarlijke genezing

In Kort-verhael van het marber Maria-beeld door Joannes-Petrus Van Balberghe (uitgegeven te Brugge anno 1805) lezen we over de wonderbaarlijke genezing van een kind te Izegem (p. 25-26):
“Een Kind van Iseghem van verscheyde ellendige Kwaelen genezen.
In het jaer 1732. Gillis Lyvevrouw, getrauwt met Joanna Bouchoute, woonende tot Iseghem, hebben eenen Zoon gehad, den welken zes weken oud zynde, is van ten halven zyn lichaem af tot aen de teenen, als overgoten geweest heeft met Puysten en Zeeren de grootte van marbels, minder en meerder, alsook met verscheyde wonden, met kromme Beenen, zoodaenig gekwetst, dat de breuke gelyk was aen een ey. Daer-en-boven stak den darm in Parte Secretiori, dry à vier vingers uyt. Met alle deze kwaelen en overvallingen voornoemd, heeft dit Kind alzoo gebleven tot dat het 18 maenden oud was, vrugteloos en te vergeefs waeren alle de middels der Chirurgiens. Ten laetsten heeft Joanna Bouchoute, Moeder van dit Kind, het welk van een-ieder geoordeeld wierd, door alle die overvallingen, zekerlyk te moeten sterven, belooft nae Assebroek te gaen om hulpe te verkrygen van de alderheyligste Maegd Maria, de welke aldaer bezonderlyk gevierd word. Zoo haest als de Moeder dit belooft hadde, hebben alle de zeeren, puysten, wonden, kromme beenen, gekwetstheyd, breuke, en uytstekinge van den darm beginnen te verdwynen, zoo dat het Kind op den tyd van 8 dagen t’eenemael is hersteld, en tot nog toe, van dien tyd af, is gezond gebleven zonder eenig letsel te houden. Dry weken naer de gedaene Belofte, heeft de Moeder met haer gezond Kind, de alderheyligste Maegd Maria tot Assebroek komen bedanken, voor het verkregen Weldaed. Tot teeken der waerheyd van alle de bovengemelde zaeken, heeft de eygene Moeder dit bevestigd met Eed, gedaen in de presentie van den Eerweerden Heer Pastor van Assebroek.”
De eed wordt met een kruis ondertekend door moeder Joanna Bouchoute en Anna Verelle, eveneens woonachtig te Izegem, die het kind in zijn ellendige staat gezien heeft.
De geschiedenis van het Mariabeeldje (zie foto) in Assebroek start met een legende uit 1680. Koopvaardijschepen trekken van de Noordelijke Nederlanden naar Oost-Indië. Op de terugweg van een dergelijke handelsmissie gooien protestantse matrozen een Mariabeeld van hun katholieke metgezel Balthasar Lannoy in zee. Het marmeren beeldje blijft echter drijven en volgt het schip. De kapitein laat het vervolgens opvissen. In 1719 komt het beeldje in handen van pastoor Pieter Verhaeghe. Hij schenkt het een jaar later aan de kapel van Assebroek.
De Mariadevotie kent er gauw een steile opmars. Paus Innocentius XIII (1721-1724) schenkt aflaten aan bedevaartgangers naar Assebroek. Het bedevaartsoord krijgt zo een extra duw in de rug.

(http://www.erfgoedcelbrugge.be/product.php?lang=NL&prodid=501&catid=99&itemno=0&pos=2).


Miraculeuze genezingen worden wel vaker gemeld in de 18e eeuw. Zo vernoemt kanunnik Tanghe in zijn Parochieboek van Iseghem (p. 226-229) maar liefst vijf spectaculaire genezingen in het jaar 1747 door toedoen van de Kruiskapel (op de hoek van de Stationsstraat en de Hondstraat).