Heemkundige Kring

Ten Mandere Izegem

Ten Mandere - digitaal

startpagina
bestuur
nieuws
activiteiten
lidgeld
tijdschrift
geschiedenis
archief
bibliotheek
te koop
Izegemse bibliografie
Izegemse soldaten uit W.O. I

links
nieuwsbrieven

 

ten mandere blogt

Bejaarde man moet komen getuigen in een rechtszaak in 1736

 

geel: familie Pieter Van Oost
blauw: Pieter Vandeputte

Grasduinend in het Kortrijkse Rijksarchief in de reeks ‘Bruine pakken’ (1), trof ik een blaadje aan met een merkwaardige getuigenis.

Op 6 juni 1736 verscheen getuige Antone De Man, inwoner van Izegem, voor de burgemeester Augustijn De Blauwe en schepen Gillis Buyse. Griffier Boudewijn Ignatius Clement mocht alles noteren.
Deze man was toen omtrent de twee- entnegentigh jaeren. Hij verklaarde dat hij omtrent het jaar 1687, op vraag van wijlen Jan Van Oosthuijze, samen met zijn knecht het metselwerk deed van een huis, nu in gebruik door Jan Baptiste Verhelle. De eigenaars waren de erfgenamen van Sieur Pieter Van Oost. Hij maakte ook het poortje op de noordzijde aan het zelfde huis. Het huis ernaast nu was bewoond door Guilliaume Vermote, maar in het bezit van Pieter Vandeputte.

Enkele details:
Bestuurslid Bertrand Nolf vond meer gegevens over Ant(h)one Deman. Hij huwde op 7 september 1688 met Catharina Claerhout en overleed op 29 maart 1737. Toen had hij de leeftijd van 86 jaar, want volgens de parochieregisters was hij geboren op 19 februari 1651 als zoon van Antonius en Judoca Nolet. Hij maakte als volwassene heel wat gebeurtenissen mee in Izegem: de negenjarige oorlog, de annexatie met Frankrijk en enkele pestjaren.
Hij was dus geen 92 jaar, maar overleed toch binnen het jaar na zijn getuigenis.

In het landboek De Bal van 1746 vinden we een in het eerste kanton op nr. 44 eene behuysde erve met een uuytganck tot op de Gentstraete [sic], suyt het clooster ... in het bezit van Pieter Vandeputte.
De bijpassende kaart toont duidelijk aan dat het hier gaat om een woning in de huidige Roeselaarsestraat, ongeveer waar nu de Heilig-Hartkerk staat.
In hetzelfde landboek lezen we bij perceel nr. 45:  eene behuysde erve met eenen waterganck naer den waeterput ligghende op den suyt-westhouck van de voorgaende erve [nr. 44] , paelende oost ende suyt de voorgaende erve ende uytganck, noort de Gentstraete. Deze woning was toen bewoond door de weduwe en de kinderen van Pieter van Oost.

Wellicht werd de getuige opgeroepen om uitsluitsel te geven wie de eigenaar van het poortje was, of wie recht van doorgang had op deze uytganck. Er is sprake van een waterput wat zou kunnen wijzen op een recht van doorgang zodat beide partijen die waterput kunnen gebruiken.
Misschien vinden we ooit nog het vervolg van deze rechtszaak?

(1) RAK, bruine pakken II, 157/3 – wettelijke passeringen Izegem, 1733-1736)

 

Aanvulling van Werner Vanoosthuyze

 

Op 26/2/1699 voor H.Marchelier notaris der residentie van Isegem ,roede van Menen zijn verschenen:Jan Vanoosthuyze fs Michiels ,die verkoopt aan Jaques VanDoorne fs Jans de helft van een "huys"(tweewoonst ?).
Deze laatste moest volgens de akte de toegang tot de "steenput" vrij laten om water te kunnen halen.
bron :SA Menen wettelijke passeringen 26/2/1699 -C163