Heemkundige Kring

Ten Mandere Izegem

Ten Mandere - digitaal

startpagina
bestuur
nieuws
activiteiten
lidgeld
tijdschrift
geschiedenis
archief
bibliotheek
te koop
Izegemse bibliografie
Izegemse soldaten uit W.O. I

links
nieuwsbrieven

 

ten mandere blogt

De eerste baron in de familie de Pélichy

Nog tot 3 juli kan u in het Kortrijkse Rijksarchief tijdens de kantooruren de tentoonstelling ‘Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in West-Vlaamse archiefdocumenten 1815-1830’ gaan bekijken. Vanaf 8 juli tot 1 augustus is de tentoonstelling opgesteld in het Kortrijkse stadsarchief.

Allerlei West-Vlaamse (stads-)archieven hebben de handen in elkaar geslagen en hebben een aantal documenten geselecteerd uit de Hollandse periode. In het rijksarchief werden die aangevuld met unieke plannen en documenten uit hun archief.
Eén akte krijgt onrechtstreeks een Izegemse link. Jean Marie de Pélichy (Brugge, 12/05/1774- Brugge, 18/11/1859) kreeg op 1 november 1826 de titel van baron. Hij was eerst militair in het Oostenrijkse leger en bracht het in 1804 tot eerste kapitein. Na de veldslag van Presburg tegen Napoleon in 1807 nam hij ontslag uit het leger. Hij huwde hetzelfde jaar nog, op 15 juni, met Marie Josephine Anne Ghislaine van Huerne. Dit bracht hem naar het kasteel het Blauwhuis in onze gemeente.
Zijn vrouw overleed in Brugge op 7 april 1828. Er waren twee kinderen: Marie Josephine Anna Ghislena en Joseph Antoine Marie Ghislain. De zoon werd priester en daarmee stierf de Brugse tak van de familie de Pélichy uit.
Reeds op 26 april 1816 benoemde koning Willem I Jean de Pélichy tot lid van de Staten-Provinciaal, maar die benoeming kon hij uitstellen tot 1828. Hij bleek geen grote aanhanger te zijn van koning Willem I. Die verleende hem toch de titel van ‘baron’ op 1 november 1826. Deze akte is te zien in de tentoonstelling. De akte werd versierd met het wapenschild en wapenspreuk ‘Vulnerat et sanat’.
De Pélichy trad in Brugge toe tot het verzet tegen koning Willem I en werd op 3 november 1830 lid van het Nationaal Congres. Hij stemde mee op 4 juni 1831 voor koning Leopold I. Kort daarop werd hij senator.
Hij overleed in Brugge – het Izegemse Blauwhuis functioneerde in die tijd als zomerresidentie – op 18 november 1859. Stad Izegem wou een monument op de Grote Markt voor hem oprichten. Architect Pieter Croquison had de opdracht al aanvaard, maar de familie vroeg om van dit voornemen af te zien.

Meer info vindt u in: Jean-Marie LERMYTE, Het Blauwhuis en Izegem, Ten Mandere, 1990, 256 blz.