Heemkundige Kring

Ten Mandere Izegem

Ten Mandere - digitaal

startpagina
bestuur
nieuws
activiteiten
lidgeld
tijdschrift
geschiedenis
archief
bibliotheek
te koop
Izegemse bibliografie
Izegemse soldaten uit W.O. I

links
nieuwsbrieven

 

ten mandere blogt

 

Verbannen wegens overspel


 

In het werk Overspel en concubinaat in Gent tijdens de zeventiende en achttiende eeuw van Saskia De Schepper is er sprake van een verbanning van een onbekend meisje wegens overspel. Zij werd verleid door Adrianus Pauwels. Hij was afkomstig uit Wakken.
De auteur noemt het meisje niet bij naam, maar na een zoektocht in de Izegemse parochieregisters vonden we de naam van Marie Barbara Boudré uit Izegem.
Alhoewel in Gent meestal de man aangeklaagd werd wegens overspel, valt er uit de studie toch af te leiden dat er vijf vrouwen veroordeeld werden voor dit soort delicten. Dit kleine aantal kan deels te wijten zijn aan het feit dat de leefwereld van vrouwen zich vooral afspeelde in de private sfeer. Zij ontmoetten niet zo snel nieuwe mensen. Ook hielden zij zich meestal meer aan christelijke normen. Vrouwen hadden ook sneller de kans om gevat te worden in hun zondige daad. In een tijd waarin anticonceptie nauwelijks gebruikt werd, was de kans op een ongewenste zwangerschap zeer reëel. Er werd ook meer belang gehecht aan het overspel van de vrouw. Indien zij met een ander een kind verwekte, kon deze bastaard valselijk met het familiepatrimonium van haar echtgenoot gaan lopen. Een vrouw werd dan ook soms sneller bestraft omwille van een mogelijke zwangerschap.
Marie Barbara Boudré werkte als dienstmeid bij Adrianus Pauwels en werd door hem zwanger.
Zij kreeg een zware straf, want in bisdom Gent werden slechts drie zaken door overspel bij vrouwen bestraft met verbanning in de 17de en 18de eeuw. Andere gebruikelijke straffen, uitgesproken door de kerkelijke rechtbank, waren lijf- en schandestraffen, zoals de geseling of het dragen van bespottelijke kledij. Verder kon men ook nog een boete krijgen.
Marie Barbara Boudré werd dus uit het bisdom Gent verbannen en kwam terug naar Izegem.
De Izegemse pastoor Braije noteert in zijn doopregister op 30 mei 1777 in een uitgebreide akte:
Geboren 30 mei 1777
De bastaardzoon  werd gedoopt. Maria Barbara Boudré was een vrije adolescente, afkomstig van Izegem, dochter van Joannes. Zij keerde kort na haar bevalling vanuit Wakken naar hier [Izegem] terug. Zij was daar in dienst van Jozef André Pauwels,  die daar gehuwd  was maar die het privé bed van zijn samenwonende echtgenote met haar (dienstmeid) deelde.
Maria Barbara heeft de naam van de vader bekend onder eed tijdens de barensweeën aan de gezworen vroedvrouw en de reeds vernoemde en gehuwde Jozef André Pauwels heeft dit bevestigd in een akte van 12 juni. Hij ondertekende ten gunste van een goede opvoeding van het vermelde kind, maar niet voor de ondersteuning van de vermelde adolescente moeder.
(Doop)dragers (peter en meter): Joannes Baptista Bolliau en Maria Joanna Boudré. Hij is omstreeks het zesde uur in de namiddag geboren  .
Transcriptie en vertaling met dank aan Bertrand Nolf en Frits Coghe.