Heemkundige Kring

Ten Mandere Izegem

Ten Mandere - digitaal

startpagina
bestuur
nieuws
activiteiten
lidgeld
tijdschrift
geschiedenis
archief
bibliotheek
te koop
Izegemse bibliografie
Izegemse soldaten uit W.O. I

links
nieuwsbrieven

 

ten mandere blogt

 

Poging tot diefstal bij de gezusters Haessebroucq.

 

   

 


Wie Izegem verlaat richting Ingelmunster langsheen de Gentsestraat, werpt onbewust een blik op het huis met het nummer 82. Het was de woning van dokter August Petrus Ghislenus Haessebroucq.
Deze dokter was gehuwd met Mathilde De Monie. Hij overleed in Izegem op 3 juli 1877. Zij, eveneens in Izegem op 24 april 1895.
Dokter Haessebroucq zat er warmpjes in, want via de plaatselijke Izegemse notarissen zijn heel wat akten bekend, waarbij hij geld uitleende.
Ook zijn weduwe, Mathilde en zijn kinderen kwamen geregeld bij verschillende notarissen langs.
Zijn kinderen waren:
Adèle Haessebroucq, gehuwd met Joseph Devos, een Brugse handelaar,
Clemence Haessebroucq, vroeg gestorven in 1883,
Eugenia Haessebroucq, begijntje in Brugge. Leefde misschien wel sober, maar was toch heel rijk,
Emma Haessebroucq, religieuze in het klooster van de Dames van Sint-Andries te Doornik, verhuisde later naar Charleroi,
Henri Haessebroucq, onderpastoor o.a. in Otegem en in Hollebeke,
Marie Haessebroucq,
Fanny Haessebroucq.
Deze laatste twee woonden in de ouderlijke woning tot 1903 en bleven ongehuwd.
Na het overlijden van vader en zeker na het overlijden van moeder werd Marie Haessebroucq de Mater familias want bij elke geldtransactie was zij gevolmachtigde van de rest van de familie.
Er werd o.a. geld geleend aan Aloïs Strobbe, , schoenfabrikant Jules Bral, borstelfabrikant Alexander Sintobin, en timmerman Henri Van Groenweghe.
Ze hadden heel wat eigendommen in Kachtem, Izegem, Gits, Kortrijk…
Dat er heel wat geld was in het huis van Marie en Fanny was geen onbekend feit in Izegem.
Dat was wellicht ook de reden waarom men op 19 april 1899 dieven over de vloer kreeg.
De beide zusters bewezen wel dat ze van geen kleintje vervaardigd waren!
We laten de journalist van dienst (Gazette van Brugge, 21 april 1899) aan het woord:
Inbraak. – Men schrijft ons uit Iseghem, 20 april 1899:
Verleden nacht heeft men ingebroken te Iseghem in het huis der jufvrouwen Haesebrouck.[sic] Rond 12 uren ’s nachts hebben zes zwartgemaakte dieven langs den hof ingebroken, en door tegen eenen koperdraad te loopen in den hof hebben zij de electrieke bel in beweging gebracht en een kanon afgeschoten dat in den hof lag.
De jufvrouwen zijn wakker geworden, hebben met een revolver geschoten op de dieven, deze hebben met revolverschoten geantwoord en hebben de vlucht genomen zonder iets te verrichten.
Het is onverstaanbaar dat de nachtpolicie maar eenige stappen van daar was als het kanon afging, en geen dieven gehoord noch gezien hebben!