Heemkundige Kring

Ten Mandere Izegem

Ten Mandere - digitaal

startpagina
bestuur
nieuws
activiteiten
lidgeld
tijdschrift
geschiedenis
archief
bibliotheek
te koop
Izegemse bibliografie
Izegemse soldaten uit W.O. I

links
nieuwsbrieven

 

ten mandere blogt

 

10 jaar geleden overleed Anaïse Ghekiere

 

   

 

Op 6 april laatstleden was het tien jaar geleden dat de 86-jarige Anaïse Ghekiere overleed  in Portland Oregon, USA.
Zij werd geboren in Izegem op 29 december 1924. Haar ouders waren Joseph Albert Ghekiere, beenhouwer uit de Nederweg en Elisa Maria Bultynck.
Ze had ook nog een broer Anatole. Anatole was tijdens de Tweede Wereldoorlog en kort daarna een goede vriend van schrijver en dichter Hugo Claus. Tijdens deze oorlog waren beiden lid van de Nationaal Socialistische Jeugd Vlaanderen. In het Ten Mandere-nummer 140 uit 2008 publiceerde Robrecht Vanhaezebrouck daarover al een bijdrage. We hopen binnenkort ook nog nieuwe informatie over hem te kunnen publiceren.
De familie trok in 1935 naar Kortrijk waar Anaïse eerst in een kostschool les kreeg en vervolgens op het Lyceum Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen. Ze studeerde af aan de Grieks-Latijnse afdeling. Ze was ook onderlegd in muziek en in voordracht.
In Kortrijk was zij vooral actief in de Vrouwelijke Katholieke Burgersjeugd (VKBJ). Ze vervolgde haar studies voor onderwijzeres in 1942.
Op het einde van de oorlog was Anaïse 21 jaar en werkte ze als leerkracht in het katholieke onderwijs, maar stilaan rijpte de gedachte om in te treden in een klooster van een contemplatieve orde. In zo’n slotklooster sluit men zich volledig af van de wereld om de rest van het leven door te brengen in gebed en stilte. September 1948 werd voor haar een maand om naar uit te kijken, want dan zou ze deze stap zetten.
Begin 1948 sloot vader Ghekiere zijn slagerij en verhuisden de ouders naar Gent. Zo kon Anatole gemakkelijker verder studeren aan de universiteit. De bovenkamers van hun nieuwe woning werden ingericht als studentenkamers. Anaïse bleef nog een tijdje in Kortrijk wonen omwille van haar lerarenopdracht.
Anaïses plannen om in te treden in het slotklooster kwamen dichterbij. Op 27 juli schreef haar moeder een ‘afscheidsbrief’ aan haar dochter. Het zal een hartverscheurende keuze geweest zijn voor beiden, maar de schriftelijke toestemming van haar ouders had ze toen nog niet.
Op 1 augustus 1948 werd er die avond aan de deur gebeld en dit zou een ommekeer in haar leven betekenen.
Aan de deur stonden twee jongemannen. Ze vroegen inlichtingen om kamers te huren.
Elder Clyde Rudd en zijn collega Richard Koplin waren inderdaad op zoek naar een tijdelijke verblijfplaats in België. Zij maakten deel uit van de eerste Vlaamse bekeerlingen van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, bij ons gekend als mormonen.
De ouders van Anaïse waren niet echt opgezet om hen een kamer te verhuren, maar gaven uiteindelijk toe.
De maand augustus ging voorbij en de spanning rond de intreding van de dochter steeg. Wanhopig vroeg moeder Ghekiere raad aan die twee mormoonse bekeerlingen. Anaïse stelde uit medelijden met haar moeder haar beslissing nog even uit.
Ondertussen had ze informatie gekregen over de zending van beide heren en dit boeide haar. Ze woonde zelfs een doopdienst in Antwerpen bij en dit tot grote woede van haar geestelijke leider pater Herman.
Op 9 oktober werd er een openbare vergadering georganiseerd door de mormonen en Anaïse ging luisteren. Dit zou een omwenteling worden in haar leven. Ze was toen 23 jaar.
Ondanks hevige tegenstand van (vooral katholieke) vrienden waagde ze de stap: ze wou lid worden van deze gemeenschap en op 16 januari 1949 werd ze gedoopt door Elder Clyde Rudd. Zij werd het eerste en voorlopig enige lid in de provincies Oost- en West-Vlaanderen.
Wanneer haar overstap bekend werd, werd ze prompt ontslagen en meden haar vrienden haar.
Vanaf de zomer 1949 schreef ze geregeld brieven naar Clyde Rudd. Die was ondertussen werkzaam in Idaho (USA).
Ze besloot in juni 1950 om naar Amerika te trekken, waar ze op 10 november in het huwelijk trad met Clyde.
Samen met haar man werden ze terug gestuurd naar onze streken om een Nederlandse zending op te starten (1952-1954).
Na het overlijden van haar moeder (9 oktober 1953) besloot vader Ghekiere om mee te gaan naar Amerika. Hij zou daar 20 jaar later overlijden.
Clyde en Anaïse kregen vier kinderen. Het echtpaar voerde talrijke kerkelijke taken uit. Clyde overleed in 1996 op 69-jarige leeftijd aan kanker. Anaïse werd 86 jaar.