Heemkundige Kring

Ten Mandere Izegem

Ten Mandere - digitaal

startpagina
bestuur
nieuws
activiteiten
lidgeld
tijdschrift
geschiedenis
archief
bibliotheek
te koop
Izegemse bibliografie
Izegemse soldaten uit W.O. I

links
nieuwsbrieven

 

ten mandere blogt

 

Izegemse nijverheid in 1833

 

 

 

 

 

Het Brusselse stadsarchief bewaart enkele almanakken. Deze voorvaders van de vroegere telefoonboeken bevatten adressen van de handel en industrie in ons land. Ook Izegem (Iseghem) komt aan bod.
We raadpleegden het digitale bestand (https://archief.brussel.be/almanach/watch/AC/AC_1833/AC_1833_PROVINCES%20PROVINCIES#page/31) op blz. 31.

Voor wat Izegem betreft noteerden we 12 beroepen. Telkens werden de handelaars opgesomd. Aan de hand van andere bronnen konden we iets uitgebreider ingaan op wie die handelaars zijn. Helaas zijn niet alle handelaars erin opgenomen. Zo hebben we geen enkele schoenmaker en nochtans: Eduard Dierick had toen al bewezen dat hij een uitstekend vakman was.

Brouwers:
Joannes Baptiste Nuyttens
herbergier en brouwer in de herberg ‘De Handboog’ (Grote Markt sectie A nr. 92). Hij had twee bierkuipen, twee ketels, een ast. Hij was gehuwd met Barbara Theresia Vandemoortele en drie kinderen zetten het beroep verder. In 1853 werd alles verkocht aan Petrus Joannes Carpentier-Tack, bier- en azijnbrouwer uit Izegem.
Pieter Joseph Willemeyns
Brouwer uit de Meensestraat, net over de Sint-Pieterstraat. Hij was gehuwd met Anna Vanhaverbeke. Dat was voor haar een tweede huwelijk. Daarvoor was ze gehuwd met Silvester Franciscus Rosseel. Bij de verdeling van de erfenis van Anna Theresia Vanhaverbeke in 1835 werd alles netjes in drie kavels ondergebracht en bij lottrekking kreeg ieder een gelijk deel. Dit konden woonhuizen of herbergen zijn. De brouwerij ging naar Petrus Rosseel.

Borstelmakers
Franciscus Judocus Deryckere (1779-1841)
Hij was de vader van Edouard De Ryckere. Franciscus had zijn vader Judocus in de Marktstraat opgevolgd en wordt als grondlegger van de borstelindustrie in Izegem beschouwd. Franciscus Judocus woonde op de Grote Markt en huwde met Marie Jeanne Strobbe. Samen hadden ze vijf kinderen.
Joannes Franciscus Devos
Naast borstelfabrikant was hij ook winkelier. Hij was gehuwd met Seraphina Missiaen.
Judocus Dumat
Hij woonde in de Marktstraat en was gehuwd met Godelieve Wallaert. Hij werd opgevolgd door zijn oudste zoon Ferdinandus Dumat.
Joannes Franciscus Mistiaen
Hij was meester borstelmaker en gehuwd met Marie Buyse. In 1833 kochten zij een woonhuis met achtergebouwen, werkhuis en werkplaats op de westzijde van de Marktstraat voor 4897,96 fr.
Joannes Van Leden
Hij was via zijn vrouw Theresia Dumat familie van de vorige. Hij woonde in de Kloosterstraat nr. 8. In 1826 kocht hij samen met borstelmaker Joannes Franciscus Devos een partij zaailand in Izegem, ten zuidwesten van de kerk.

Hoedenmakers
Joannes Francis, Pieter, Theodore, Charles Lodewijk, Edouard, Henriette en Adelaïde Devos.
Bij het overlijden van hun vader Pieter Eugene Devos, op 12 juni 1825, besloten de kinderen, samen met hun moeder Marie Catherine Jacoba Vanwtberghe de zaak verder te zetten. Die was gehuisvest op de Grote Markt nr. 24 (oostzijde van de markt). Om geen ruzie te hebben met buur Augustin Vancampenhoudt werd er in 1827 een steenen meur ter dijkte van eene steen gebouwd in de lochting. Vancampenhoudt mag fruitbomen plaatsen, maar die mochten niet hoger dan de muur komen!
Leo Sette
Hij koopt in 1820 op de Grote Markt een huis van Joannes Huysentruyt. Hij was gehuwd met Amelia Audaert en samen hadden ze zes kinderen.
Petrus Van Mellaerts
Hij was geboren in Diest en gehuwd met Rosalia Ameye. Blijkbaar had hij verstand van immobiliën want we vinden heel wat verkoopakten terug waarin hij woningen aankocht en verkocht. Zijn schoonvader was de wijnhandelaar Joseph Ameye (zie verder) en het gezin zelf woonde in de Marktstraat nr. 22.
Jean-François Van Wtberghe
Hij zette het beroep van zijn vader Pierre Jacques voort.
Hij had duidelijk klanten buiten Izegem, want in 1811 moest Joseph Loncke uit Leisele een lening aangaan om de levering van hoeden voor een bedrag van 634,92 fr. door Van Wtberghe te kunnen betalen. Ook Van Wtberghe had heel wat huizen in Izegem, maar zelf woonde hij op de Grote Markt.

Katoenfabrikanten
Charles Louis Angillis en Angelus Angillis
Charles Louis was gehuwd met Marie de Brouckère en vader van Eugenie Angillis, bouwster van de H.-Hartkerk. Hij woonde in de Roeselaarsestraat 45.
In 1835 kopen beiden van hun broer Augustin en hun vader Louis 22 loten bestaande uit zaailanden, meersen, hofsteden en woningen, verspreid over Izegem, Kachtem en Rumbeke.
Franciscus Desiderius Rootsaert
Hij was gehuwd met één van de zusters van dokter August Haessebroucq. Die kennen we van de woning in de Gentseheerweg op de Steendam.
Augustinus, Coleta en Amelia Rootsaert (broer en zusters van Franciscus Desiderius)
Augustinus was gehuwd met Coleta Vanackere. Zij was de dochter van brouwer Joannes Vanackere. Na 1833 treffen we Augustinus in verschillende akten aan als grondeigenaar. Hij overleed echter op 13 november 1835 en zijn broer Franciscus Desiderius is één van de twee voogden over de drie minderjarige kinderen. Ook zijn vrouw overleed in 1835.
Coleta was gehuwd met koopman Ludovicus Franciscus Brabant.
Amelia Rootsaert bleef ongehuwd.

Van Ackere
Vermoedelijk Jean François Van Ackere, maar in onze bronnen is hij bekend als lakenkoopman en niet als fabrikant.

Uurwerkmakers
Joseph Callens
Hij woonde in de Marktstraat nr. 32 en was eerst gehuwd met Marie Rose Thilleur. Zijn schoonbroer was ooit burgemeester geweest van Izegem. Samen hadden ze 8 kinderen. Hij huwde in 1819 met Juliana De Keerschieter. Theresia Folens woonde mee en was er dienstmeid.
In 1822 kon hij Joannes Antonius Bouilliau, hoedenmaker uit Izegem, overhalen om naar het leger te gaan in plaats van zijn zoon Louis Callens.
Ferdinand Callens
Wellicht geen familie van de voorgaande. Hij woonde eveneens in de Marktstraat maar op de overzijde op nr. 47. Zijn zuster Angela woonde bij hem in. Ook hij kon zijn legerdienst verkopen, aan Pierre Joseph Labeeuw, landknecht uit Izegem. Dat kostte hem 500 fr. Omdat we nog onder het Hollandse gezag leefden, vinden we Labeeuw als soldaat terug in Utrecht, toen hij de som ontving.

Goud- en zilversmeden
Joseph Callens
Zie hoger.
Auguste Van Campenhoudt
Hij was de buur van Joannes Francis Devos (zie hoger) en afkomstig uit Mechelen. Ook hij was actief in de aan- en verkoop van onroerend goed. Zijn zoon Louis zou hem na 1840 opvolgen als goud- en zilversmid. Dochter Amelie was gehuwd met Joannes Franciscus Maes, schepen en voorzitter van de kerkfabriek van Izegem.
Lodewijk Verbrugge (en niet Vert Eugghe, zoals in de lijst vermeld staat).
Hij woonde eerst in de Brugstraat, maar verhuisde in 1815 naar het nummer 11 in de Marktstraat en was afkomstig uit Ieper. Hij huwde met de Kachtemse Marie Agnes Decoutere.

IJzerhandelaars
Andries, Fredric, Perpetua en Thimoteus Logé, broers en zuster
De winkel was in de Marktstraat 19 (sectie A nr. 273) en bestond naast een winkel en bovenverdieping ook uit achtergebouwen en een koertje en een tuin. Franciscus Andries, hun vader was koopman en ook hij was actief op de vastgoedmarkt. Zijn zoon Thimoteus trad meestal op als gevolmachtigde van zijn broers en zuster in diezelfde markt met woningen en land in Izegem en Emelgem. Zo was er op 13 mei 1850 een openbare verkoop van een gedeelte van hun goederen bestaande uit 12 loten.
Joseph Thibau
Van deze persoon vonden wij geen gegevens.

Lintenfabrikanten
Joannes Sabbe
Hij was gehuwd met Isabelle Mestiaen en woonde in de Brugstraat 246. In 1818 stond hij al bekend als meester-lintwever. Zijn vrouw kwam uit een familie van beenhouwers. Ook hij was actief op de vastgoedmarkt.
Bruno Thilleur (en niet Thillens)
Hij was een dichte gebuur van Joannes Sabbe, woonde in de Brugstraat 241 en was in 1804 reeds weduwnaar van Marie Demonie. Thilleur ging een nieuw huwelijk aan met Coleta Pattijn, maar zij overleed in 1817. Hij huwde voor een derde maal, in 1819, met Maria Van Marcke. Hij was de schoonbroer van uurwerkmaker Joseph Callens (zie hoger) en broer van burgemeester Louis Thilleur.

Zeepzieders
Petrus Josephus Debaere
Hij woonde in de Gentstraat 42 en was gehuwd met Amelia Herbau.
In 1846 moet Rosalia Van Pachtenbeke, winkelierster en weduwe van Josephus Van Damme een lening aangaan van 250 fr. om de winkelwaar die zij bij Debaere gekocht heeft te kunnen betalen.
Vincent Eugenius Van Wtberghe
De zeepziedereij was op de Korenmarkt gelegen. Hij had zeker één werknemer. Op 25 februari 1831 tekent Jacobus Vanpouille uit Brugge een contract voor een dagloon van 75 centiemen. Van Wtberghe was gehuwd met Barbara Van Eeckhout en samen hadden ze zeven
 kinderen.

Looiers:
Ivo Devos
Hij huwde op 20 juli 1816 in Izegem met Henriette Stauthamer en samen woonden ze eerst op de Grote Markt en later in de Gentstraat 27. Ivo Devos was burgemeester van Izegem tussen 1832 en 1835. Na zijn dood op zondag 9 augustus 1835 was zijn weduwe ook zeer actief op de plaatselijke immobiliënmarkt.
Maes
Van deze persoon vonden we geen gegevens terug.

Lakenhandelaars:
Augustinus Ignatius Demonie
Hij had zijn zaak in de Marktstraat 148 en was gehuwd met Theresia Deceuninck, afkomstig uit Staden. Zijn schoonouders woonden bij hen in. Hij had dit huis in 1824 gekocht voor 1890 gulden van de weduwe van Francies Jan Stauthamer, Victoria De Busschere.
In 1835 volgde hij Ivo Devos op als burgemeester en werd in 1840 vervangen door François Lefebvre.
Pieter Haese
Van hem weten we dat hij vóór 1832 verhuisde naar Roeselare. Hij was de zoon van Pieter en van Theresia Declercq. In 1832 verkocht hij, samen met zijn twee broers en twee zussen, enkele eigendommen uit de erfenis van zijn ouders, waaronder herberg ‘Schoonzicht’ (=Belle Vue). Hijzelf werd de nieuwe eigenaar, maar op 11 juli 1834 verkocht hij het pand aan Joannes Verfaillie uit Meulebeke. Al die tijd huurde Lodewijk Sabbe het café.
Joannes Paret
Hij huwde in 1824 met Marie Catherine Blancq uit Kortrijk. Hijzelf was afkomstig uit Emelgem. Zij gingen in de Gentstraat 44 wonen. In 1833 verhuisden ze naar de Marktstraat nr. 44. Een zoon van hen, Carolus, huwde in 1836 met Rosalia Van Mellaerts, dochter van Petrus Van Mellaerts, hoedenfabrikant.
Parmentier
Het is onduidelijk welke Parmentier er hier bedoeld wordt.
Jean François Stauthamer
Hij was gehuwd met Pauline Antoinette Wittebolle († Izegem, 25 februari 1832) en woonde in de Gentstraat 51. Ook hij was actief in de verkoop van panden en gronden, o.a. in Ingelmunster.
Jean François was de schoonbroer van Ivo Devos.

Joseph Thibau
Hij was ongehuwd en woonde in de Marktstraat 47. Hij was schatbewaarder van de kerkfabriek van Sint-Tillo en gaf in 1853 een woonhuis, genaamd de oude kapelanij, palende oost de Priesterstraat, zuid de pastorij, west het oude kerkhof en noord de heer Carpentier Tack, in erfpacht aan Joannes Debruyne, pastoor en Isidorus Ampe, oudste onderpastoor en hunne opvolgers. De jaarlijkse pacht bedroeg 130 fr. en was 50 jaar geldig. Later werden er twee huizen van gemaakt en bleven er onderpastoors in wonen.
Joseph Vanden Bogaerde
Hij staat bekend als grondeigenaar, was gehuwd met Marie Thérèse Maes en samen woonden ze in de Marktstraat 27.
Franciscus Van Pachtenbeke
Hij was afkomstig van Ingelmunster en huwde in Kachtem op 28 juni 1833 met Sophia Werbrouck. Ze gingen eerst in de Marktstraat en na 1935 in de Gentstraat wonen.

Wijnhandelaars:
Joseph Elisius Ameye
Hij woonde in de Marktstraat 21, gehuwd met Marie Godelieve Deraedt en in 1828 waren zijn kinderen Jan François (27 jaar), Lodewijk (25 jaar), Theresia (23 jaar) en Rosalie (20 jaar) nog allen thuis.
Ook zijn broer Joannes Francis Ameye was een wijnhandelaar. Samen beheerden zij hun wijnvoorraad in een magazijn in de Nieuwstraat. Zijn zuster, Rosalia, was gehuwd met Petrus Vanmellaerts, hoedenmaker.
Charles Vandermeersch (niet Vandermersch.)
Hij baatte zijn wijnhandel uit op de Grote Markt nr. 3 (noordzijde van de Markt), samen met zijn echtgenote Theresia Bossuit. Samen hadden ze acht kinderen. Dochter Amelia huwde in 1826 met Karel Lodewijk Vanwtberghe en die was hoedenmaker. Zoon Karel werd priester.