Heemkundige Kring

Ten Mandere Izegem

Ten Mandere - digitaal

startpagina
bestuur
nieuws
activiteiten
lidgeld
tijdschrift
geschiedenis
archief
bibliotheek
te koop
Izegemse bibliografie
Izegemse soldaten uit W.O. I

links
nieuwsbrieven

 

ten mandere blogt

 

Het Sint-Jozefscollege brandt !!

 

 

In 1962 was er een bloeiende oudstudentenbond in het Izegemse Sint-Jozefscollege. Ze publiceerden vrij regelmatig het tijschrift ‘De Brug’. Leraar Gabriël Eeckhout herinnerde zich nog goed de brand in 1936 in dit college.
In dat jaar waren er zeven betaalde en acht kosteloze lagere klassen; een zevende voorbereidende, drie moderne en vier Latijnse klassen. Leraars in het middelbaar onderwijs waren Pollet, Vanderpoorten, Vercruysse, Camerlynck, Coucke en Dupont, allen geestelijken. Surveillant was E.H. Demuynck en de directeur, of principaal, was Van Lerberghe.
Het college bestond uit een centrale vleugel, lang, hoog en smal met een klein torentje in het midden. Aan de centrale vleugel bevonden zich o.m. twee slaapzalen, de refter, de kamers van de leraars en de oude kapel.
Tegen de oostzijde van deze hoofdvleugel stonden dan haaks de twee zijvleugels met klaslokalen met tussenin de ‘nieuwe’ kapel.
In het verlengstuk zuid van de centrale vleugel lag toen de klassenvleugel van de lagere afdeling en in het verlengstuk noord, de ‘grote’ studiezaal met de vier klassen op de verdieping. De oude feestzaal lag langs de Meensestraat waar later de gymnastiekzaal kwam.
Het was in de oude centrale vleugel dat de brand van 13 maart 1936 ontstond. Dit gebeurde vermoedelijk door kortsluiting op de hoogste slaapzaal niet ver van de slaapkamers van de E. H. Vercruysse en van de collegeknechten Gaston en Gusten Farasyn.
Het was op een vrijdag, even voor de middag, dat de leerlingen uit de zesde moderne (de klas van E. H. Antoon Vanderpoorten) plotseling rook zagen opstijgen uit het dak niet ver van het klein torentje. Nadat ze hun leraar, niet zonder moeite, hem op het gevaar wezen, stormden ze de andere klassen binnen om hun makkers te verwittigen.
Vanzelfsprekend moest het vuur in de nok van het oude vermolmde gebouw zich niet forceren om in enkele minuten een reusachtige vuurhaard te doen ontstaan. Hoewel er geen onmiddellijk gevaar was voor de andere vleugels begonnen de externen toch alvast maar te redden wat er te redden viel en sleurden zij boeken en banken naar buiten op de speelplaatsen. De internen van hun kant stoven de vol rook staande slaapzalen binnen om er inderhaast hun bezit te kunnen redden.
De internen die hun alkoof dicht bij het centrum van de vuurhaard hadden, zeker op de hoogste slaapzaal, moesten met lede ogen hun matrassen, dekens, vers en vuil ondergoed alsmede het snoepgoed dat nog overbleef sedert het laatste bezoek, aan de vlammen ten prooi laten.
Wanneer de brandweer eindelijk ter plaatse was, stond de centrale vleugel reeds in lichterlaaie en kon er alleen nog maar gedacht worden aan het beveiligen van de aanpalende gebouwen. Veel studenten hielpen de brandweerlui bij het blussen. Ook veel burgers kwamen helpen bij het blussen. Het branden en het blussen duurde tot laat in de middag. De eerste en tweede verdieping van de centrale vleugel waren volledig uitgebrand en wat overbleef van de benedenverdieping was grondig vernield door het stromende water.
Resultaat was dat de lessen acht dagen geschorst werden, maar nog vóór de paasvakantie kon men terug starten.
De leraars moesten noodgedwongen onderdak zoeken in stad bij burgers en geestelijken, de internen sliepen in de oude toneelzaal. De prijsuitreiking in juli 1936 had plaats in de studiezaal.
Met de heropbouw werd niet lang gewacht. Daarbij was E.H. Camerlynck de grote promotor en inspirator van de bouwplannen. Reeds tijdens het derde kwartaal van het schooljaar 1936-37 konden de nieuwe gebouwen ingewijd worden.
Ter herinnering aan de heropbouw werd er aan de hoofdingang, kant Burgemeester Vanden Bogaerdelaan, een steen aangebracht waarop een feniks uit zijn as herrijst.
Het volledige verslag, samen met een liedje dat toen gemaakt werd over de brand, kunt u hier lezen.